Direct naar artikelinhoud
Aldus

Hoe het komt dat we drop als iets typisch Nederlands zien

Drop is helemaal niet zo Nederlands als vaak wordt gedacht. Dat en meer leert u van de Amsterdamse kunst- en wetenschapshistoricus Marieke Hendriksen (41).

Hoe het komt dat we drop als iets typisch Nederlands zien
Beeld Shutterstock / Madlen

U heeft net een boek geschreven over drop.

“Ja! Voor een wetenschappelijk artikel ging ik uitzoeken hoe het komt dat we drop als iets typisch Nederlands zien. Terwijl ik daarmee bezig was, kreeg ik de vraag van een uitgeverij of ik er niet een boek over wilde schrijven voor een breder publiek. Dat leek me leuk.”

Even zodat ik het scherp heb: drop is dus niet zo Nederlands?

“Nee, eigenlijk niet. We eten er hier veel van en er zijn ook veel verschillende merken, dat is wel vrij uitzonderlijk. Maar in Scandinavië en in het bijzonder Finland wordt ook veel drop gegeten. En trouwens ook nog op veel plekken in Europa.”

Waar komt die associatie dan vandaan?

“Die is na de Tweede Wereldoorlog ontstaan. Er zit een biochemicus achter die aangenomen was door dropfabrikanten om kwaliteitsonderzoek te doen. Maar hij ontpopte zich al snel tot een ware pr-machine. In zijn witte laboratoriumjas verkondigde hij op de televisie dat drop gezond snoepen was en dat het typisch Nederlands zou zijn.”

Heeft u nog iets anders leuks ontdekt tijdens je onderzoek?

“Een voorbeeld is dat oudste bron die ik in het Nederlands heb kunnen vinden uit 1230 komt. Met een beetje fantasie staat daar een recept in dat op drop lijkt, een soort likkepot was dat. Als je ziek was, kon je daar dan een likje of schepje van nemen.”

Hoe kom ik aan een Amsterdamse dropervaring?

“Daarvoor is het leuk om naar Jacob Hooy op de Nieuwmarkt te gaan, dat is echt nog een ouderwetse drogist. Ze verkopen daar Amarellidrop in mooie blikjes, dat is een Italiaanse soort gemaakt van pure zoethoutpasta.”

Houdt u eigenlijk zelf van drop?

“Ja! Mildzout van Klepper & Klepper.”