Op het Thor Park in Genk moet een warmtenet met lage temperaturen gebouwen verwarmen en koelen
Op het Thorpark in Genk wordt eind dit jaar gestart met de aanleg van een vijfde generatie warmtenet. Daar kunnen bedrijven nadien op aansluiten om hun gebouwen te verwarmen of te koelen. Ten laatste eind 2025 moet het operationeel zijn.
Collector is een gezamenlijk project van Energyville, netbeheerder Fluvius en het Thor Park met steun van Europa. In eerste instantie zullen er vier gebouwen van het wetenschapspark worden aangesloten op het warmtenet. Daarna zal het warmtenet ook getest worden in naburige wijken. Het vijfde generatie warmtenet werkt met lagere temperaturen en is daarom goedkoper om aan te leggen.
"We gebruiken warmte die in de bodem zit maar dus met temperaturen tussen 12 graden voor de koude kant en 18 graden voor de warme kant. En dat is uniek omdat de klassieke geothermische netten met hoge temperaturen, daarom spreken we hier van een vijfde generatie warmtenet", legt directeur Joris Merckx, directeur van het Thor Park.
Het systeem levert ons niet alleen een lagere energiefactuur op, maar ook heel wat minder CO2-uitstoot
De vier gebouwen op het Thor Park worden op het systeem aangesloten. "In de winter krijgen ze een warmte binnen op 18 graden en dan moet een warmtepomp dat upgraden naar de comforttemperatuur en in de zomer wordt de flow omgedraaid en gaan we met de lage temperatuur - dus de 12 graden - de gebouwen koelen. Zo hebben we niet alleen een belangrijke besparing op de energiefactuur, maar ook op de CO2-uitstoot", gaat Joris Merckx verder. Het grote voordeel van te werken met lagere temperaturen is dat er veel minder diep moet geboord worden en dat heel het systeem minder complex wordt.
Demonstratieproject
Collector is een demonstratieproject. Andere bedrijven en woonwijken zullen kunnen zien wat de voordelen zijn van dit type warmtenet. Tegen 2025 moet het operationeel zijn. Nederland heeft al gelijkaardige projecten lopen, in Vlaanderen is het de eerste opstelling in zijn soort. "We hopen dit later op grotere schaal te kunnen uitrollen, niet alleen naar bedrijven, of bedrijvenparken, maar zelfs naar steden en gemeenten. Maar nu willen we vooral data verzamelen", besluit Joris Merckx. Het project krijgt ook Europese steun.
